BBB: Kamervragen over afschaffing mestderogatie en waterkwaliteit

Uit recent onderzoek blijkt dat op deze bedrijven de nitraatconcentraties in het grondwater dalen tot op of onder de toegestane norm, wat vragen oproept over de noodzaak van de afschaffing.

Vragen bij de effectiviteit

Cor Pierik vraagt de ministers om te reageren op onderzoeken van het RIVM en Wageningen University & Research (WUR), waarin wordt gekeken naar hoe landbouw de waterkwaliteit beïnvloedt. Deze onderzoeken laten zien dat de relatie tussen derogatie en nitraatvervuiling ingewikkeld is en dat het stoppen met derogatie niet automatisch voor een betere waterkwaliteit zorgt. BBB is verbaasd over de eerdere uitspraak van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, waarin hij stelde dat het wegvallen van derogatie direct de waterkwaliteit zou verbeteren. Cor Pierik vraagt of de minister nog steeds achter zijn eerdere uitspraak staat.

Toenemend kunstmestgebruik door boeren

Door het verlies van derogatie moeten boeren meer kunstmest gebruiken om de bodemvruchtbaarheid en gewasopbrengsten op peil te houden. Dit roept de vraag op wat de gevolgen zijn voor het gebruik van kunstmest, de waterkwaliteit en de biodiversiteit.

BBB-Kamerlid Cor Pierik stelt Kamervragen

1. Zijn de ministers van I&W en LVVN bekend met het artikel “Derogatiebedrijven helpen kabinet een handje: ‘Nitraatconcentratie daalt naar, op of onder de norm’” uit Melkvee.nl?
2. Kunnen de ministers een reactie geven op het artikel en daarbij het onderzoek van het RIVM en Wageningen Economic Research betrekken?
3. Zijn deze rapporten al voorgelegd aan de Europese Commissie? Zo nee, is de minister voornemens dat te doen?
4. Welke rapporten over deze onderwerpen zijn de afgelopen jaren gedeeld met de Europese Commissie?
5. Welke gegevens van nitraatconcentratie zijn bekend bij de Europese Commissie en wie is verantwoordelijk voor deze gegevensverstrekking?
6. Kan de minister van I&W zijn recente uitspraak, namelijk: “Daarbij is de mestderogatie van tafel en dat zal het water in ieder geval een stuk helpen” gedaan tijdens het commissiedebat water van 24 september, herinneren?
7. Staat de minister van I&W nog steeds achter zijn uitspraak?
8. Was de minister van I&W ten tijde van zijn uitspraak bekend met het advies van het CDM uit 2020 waarin staat dat bij geen derogatie de nitraatuitspoeling waarschijnlijk zal toenemen, omdat grasland zal worden omgezet in maisland voor de productie van meer eiwitarm voer?
9. Zijn de ministers van I&W en LVVN het met BBB eens dat uit (onder andere) bovenstaande onderzoeken blijkt dat het helemaal niet zo evident is dat er daadwerkelijk een positief effect op de waterkwaliteit zal zijn bij het wegvallen van derogatie?
10. Zijn de ministers van I&W en LVVN het met BBB eens dat door het verlies van de derogatie boeren meer kunstmest moeten aanwenden om de bodemvruchtbaarheid en de gewasopbrengst op peil te houden?
11. Wat zijn volgens de ministers de gevolgen van het wegvallen van de derogatie voor het gebruik van kunstmest en de waterkwaliteit en de biodiversiteit?
12. Kan de minister van LVVN aangeven wat het verwachte effect is op de hoeveelheid grasland in Nederland na afschaffing van de derogatie?
13. Hoe houden de ministers van LVVN en I&W rekening met de invloed van wisselende weersomstandigheden op de uitspoeling van nitraat en de nitraatconcentratie in het grondwater? Welke aanvullende maatregelen worden overwogen om de weersafhankelijke fluctuaties te beheersen?

De antwoorden op deze Kamervragen worden erbij geplaatst, zodra deze bekend zijn.

Bronnen: boerburgerbeweging.nl en tweedekamer.nl 2024Z15098, 4 oktober 2024