Mobieltjes verboden in de klas

Gepubliceerd op 7 november 2023 om 20:59

Minister Mariëlle Paul (VVD) van Primair en Voortgezet Onderwijs heeft met PO-Raad, LBVSO, Sectorraad GO, AVS, Siméa, VIVIS en Stem van de vso-leerling afgesproken dat mobiele telefoons, tablets en smartwatches op het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs niet meer toegestaan zijn. Als deze afspraken het gewenste effect hebben, zal een wettelijk verbod niet nodig zijn.

bureau met schooljongen die tekent en een mobiele telefoon op bureau
Om te beginnen zal ik de afkortingen verduidelijken:
  • PO-raad is de sectorvereniging voor het primaire onderwijs (basisonderwijs)
  • LBVSO staat voor Leerlingen Belang Voortgezet Onderwijs
  • Sectorraad GO is de sectorraad voor Gespecialiseerd Onderwijs
  • AVS staat voor Algemene Vereniging Schoolleiders
  • Siméa is verantwoordelijk voor het onderwijs aan leerlingen die doof, doofblind of slechthorend zijn of een taalontwikkelingsstoornis hebben
  • VIVIS heeft een kwaliteitskader ontwikkeld voor visuele revalidatie
  • Stem van de vso-leerling vertegenwoordigt leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs

Medische redenen of beperking

Als leerlingen om medische redenen of een beperking afhankelijk zijn van een mobiele telefoon is het mobieltje toegestaan in de klas. In het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs kan het zijn dat het mobieltje vaker dan op andere scholen toch in de klas gebruikt zal worden. Daarom maken deze scholen goede afspraken met hun medewerkers, ouders en leerlingen, zodat voor iedereen duidelijk is wat wel en wat niet mag.

Ook mogen de mobiele telefoons gebruikt worden als het voor de les noodzakelijk is, bijvoorbeeld een les over mediawijsheid. 

Waarom en wanneer zijn mobieltjes in de klas verboden?

Mobiele telefoons leiden af en zorgen ervoor dat leerlingen slechter presteren. Zonder mobiele telefoons in de klas kunnen leerlingen zich concentreren en meer betrokken kunnen zijn. Daardoor kunnen docenten effectief lesgeven. Vooral sociale media en andere leiden af van de lesstof en verstoren de sociale interactie in de klas. De ervaring in het voortgezet onderwijs leert dat het snel went en rust geeft aan leerlingen en leraren. Deze afspraak geeft ook duidelijkheid over dit onderwerp. 

De afspraken gaan in het nieuwe schooljaar (2024-2025) officieel in. In het voortgezet onderwijs gebeurt dit al in januari 2024. 

Brief minister Paul aan Tweede Kamer over mobiele telefoons in de klas

Deze brief informeert uw Kamer over een belangrijke stap ten aanzien van mobiele telefoons in de klas.

Vlak voor de zomer hebben vertegenwoordigers van docenten, bestuurders, ouders en leerlingen onder leiding van OCW de afspraak gemaakt dat het gebruik van mobiele telefoons niet langer is toegestaan in de klas in het voortgezet onderwijs per 1 januari 2024. Voor het gespecialiseerd onderwijs en het primair onderwijs zouden dit najaar heldere afspraken volgen.

Het is goed te kunnen melden dat het primair onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs vanaf de start van het schooljaar 2024-2025 aansluiten bij deze afspraak waardoor deze voor alle leerlingen in het funderend onderwijs zal gelden.

Met deze afspraak willen de betrokken partijen bijdragen aan een leeromgeving, waarin leerlingen zich kunnen concentreren, betrokken kunnen zijn en docenten effectief kunnen lesgeven. Onderzoek heeft aangetoond dat niet-educatief gebruik van mobiele telefoons dit belemmert. Met name sociale media en andere nieteducatieve apps leiden af van de lesstof en verstoren de sociale interactie in de klas.

Daarom ben ik blij dat de afgelopen periode een brede coalitie van vertegenwoordigers van besturen, schoolleiders, ouders, docenten en leerlingen gesprekken heeft gevoerd over verbreding van deze afspraak naar het primair en het gespecialiseerd onderwijs. De PO-Raad, de AVS, sectorraad GO, Siméa, VIVIS, de Stem van de vso-leerling en LBVSO, hebben besloten zich aan te sluiten bij de ‘Nee, tenzij’ afspraak. Hiermee zorgen we ervoor dat alle leerlingen in het funderend onderwijs zich kunnen richten op wat belangrijk is, namelijk het goed volgen van de les.

De zorgbehoeften van sommige leerlingen in het gespecialiseerd onderwijs en het regulier onderwijs vragen om individuele afspraken tussen de school en de betreffende leerling over telefoongebruik, bijvoorbeeld leerlingen met diabetes die een insuline-app op hun telefoon hebben geïnstalleerd. De hoofdlijn biedt voldoende ruimte voor dergelijke uitzonderingen.

Omdat er met name in het gespecialiseerd onderwijs vaker sprake is van dit soort situaties, hebben de partijen uit het gespecialiseerd onderwijs de uitzondering op de ‘Nee, tenzij’ afspraak verder vormgegeven in een addendum.

Naast het gebruik voor deze doeleinden kunnen scholen blijven werken met educatieve applicaties, digitaal lesmateriaal en devices. In specifieke gevallen, wanneer deze ICT-toepassingen geïntegreerd worden in het lesprogramma, kunnen ze immers een waardevolle bijdrage leveren aan het leer- en ontwikkelproces van de leerling. Het is aan scholen om samen met docenten, ouders en leerlingen invulling te geven aan de ‘Nee, tenzij’ afspraak.

De ontwikkeling en implementatie van beleid voor mobiele telefoongebruik zal op sommige scholen tijd en inspanning vragen, terwijl andere scholen hier al afspraken over hebben gemaakt. Scholen kunnen met eventuele vragen terecht op de website van Kennisnet en de VO-raad.

Daar worden tal van goede en inspirerende voorbeelden gedeeld, net als stappenplannen en een lijst met veelgestelde vragen. De afspraak zal voor sommige docenten, leerlingen en ouders even wennen zijn. We zijn er echter van overtuigd dat de leerlingen zich hierdoor beter concentreren en daardoor meer zullen leren. En daar draait het om.

Bron:
Rijksoverheid.nl
Rijksoverheid.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.