Regeerprogramma Kabinet Schoof: PVV, VVD, NSC en BBB

Gepubliceerd op 13 september 2024 om 22:12

Op vrijdag 13 september 2024 presenteert het kabinet het regeerprogramma met daarin de plannen voor de komende kabinetsperiode. In dit regeerprogramma geeft het kabinet een verdere uitwerking van het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB in mei sloten.

Afbeelding @ANP Presentatie regeerakkoord Kabinet Schoof 2024

Regeerprogramma kabinet Schoof

Met dit programma gaat het kabinet aan de slag voor en met Nederland. Het bevat de plannen op belangrijke onderwerpen als bestaanszekerheid en wonen, asiel en migratie, toekomst voor de landbouw en visserij, economie en ondernemerschap, groene groei, energie en klimaat, onderwijs en zorg, goed bestuur en veiligheid, zowel nationaal als internationaal.

Kabinet beperkt bezuiniging op ambassades en consulaten

De veiligheid, vrijheid en het welzijn van Nederlanders staan onder toenemende druk door spanningen, conflicten en veranderende machtsverhoudingen in de wereld. Ook snelle technologische en economische ontwikkelingen wereldwijd raken onze samenleving en welvaart direct. Dit vraagt om een assertief en realistisch buitenlandbeleid.

minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldhoven namens Nieuw Sociaal Contract

Afbeelding: minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldhoven namens Nieuw Sociaal Contract

minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, Reinette Klever namens PVV

Afbeelding: minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, Reinette Klever namens PVV

De eerder door het kabinet aangekondigde bezuiniging op het ambtenarenapparaat zal voor ambassades, consulaten en permanente vertegenwoordigingen geen 22% maar 10% bedragen. Dat is vastgelegd in het regeerprogramma. Daarnaast zal Nederland scherpere keuzes maken, beschikbare menskracht effectief inzetten en zo veel als mogelijk de samenwerking met andere landen zoeken via internationale fora om zijn internationale doelen te bereiken. 

Veiligheid & Oekraïne

De oorlog van Rusland tegen Oekraïne is momenteel de grootste bedreiging van onze veiligheid, in Nederland en Europa. Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd steunen tegen de Russische agressie in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is. Dat doet Nederland onder andere door het leveren van militair materieel en training van Oekraïense militairen, humanitaire hulp te verstrekken en zich te blijven inzetten voor gerechtigheid voor het Oekraïense volk. Nederland draagt ook bij aan het herstel van kritieke infrastructuur en de wederopbouw en betrekt daarbij zoveel mogelijk het Nederlandse bedrijfsleven.

De NAVO en de Europese Unie zijn de 2 belangrijkste samenwerkingsverbanden voor onze internationale veiligheid. Het kabinet wil wettelijk verankeren dat structureel minimaal 2% van het bruto binnenlands product aan Defensie wordt besteed.

Midden-Oosten

Nederland steunt het bestaansrecht en het recht op veiligheid van de staat Israël en verzet zich tegen de ontkenning en bedreiging hiervan, met name door Iran en zijn vazallen. Ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict blijft Nederland streven naar een duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij het uitgangspunt de tweestaten-oplossing blijft. Het kabinet veroordeelt terreurdaden en hecht aan het internationaal (humanitair) recht. Ook zet het kabinet in op verlichting van de ernstige humanitaire noden in de Gazastrook en vrijlating van alle gijzelaars.

EU

De Europese Unie is van groot belang voor onze vrede, veiligheid en brede welvaart. We verdienen er ons geld; onze banen zijn er voor een groot deel van afhankelijk. Naast economische voordelen, beschermen we er ook onze democratische rechtsstaat en de veiligheid, grondrechten en persoonlijke vrijheden van onze burgers. Als open economie en stichtende lidstaat is Nederland onlosmakelijk verbonden met de EU. Nederland profiteert van een sterke EU en blijft een constructieve partner in de EU, ook om onze eigen doelen te bereiken.

Handelsbeleid

Onze welvaart hangt direct samen met ons handelsbeleid. Er zijn 2,4 miljoen Nederlandse banen mee gemoeid. Voor Nederlandse bedrijven is het belangrijk dat ze toegang hebben en houden tot buitenlandse markten. Goede handelsverdragen en internationale regels voor eerlijk handeldrijven zijn voor Nederland cruciaal. De EU speelt een belangrijke rol in het maken van die handelsafspraken. De rechtsstaat die we in Nederland en Europa koesteren hebben we ook in het buitenland heel hard nodig.

Daarnaast moet de Nederlandse samenleving beter voorbereid zijn op verstoringen die komen door spanningen in andere landen. We zijn op dit moment te afhankelijk van sommige landen voor cruciale grondstoffen en producten. Die kwetsbaarheden moeten we als Europese Unie zo klein mogelijk maken.

Ontwikkelingshulp

Door de substantiële afname van het budget voor ontwikkelingshulp maakt het kabinet scherpe keuzes. Het budget zet het kabinet zoveel mogelijk in om voedselzekerheid te bevorderen, bij te dragen aan gezondheidszorg in andere landen en wateroverlast tegen te gaan. Nederland heeft daarvoor veel te bieden. Daarom kijkt het kabinet nadrukkelijk naar kansen voor het bedrijfsleven om daar een rol in te spelen.

Energietransitie, klimaatbeleid en groene groei

Het kabinet heeft vandaag haar regeerprogramma gepresenteerd waarmee het vol inzet op het slagen van de energietransitie, klimaatbeleid en groene groei. Nederland moet een welvarend land blijven én we zijn verplicht om een schonere en gezondere wereld door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. Ook moet Nederland minder afhankelijk worden van andere landen voor de levering van onze energie en kritieke grondstoffen.

De belangrijke punten uit het regeerakkoord zijn:

  • Meer duurzame en betaalbare energie
  • Inzetten op meer stabiele en schone kernenergie 
  • Het volle stroomnet aanpakken
  • De industrie vergroenen
  • Nieuwe groene economische kansen pakken
  • De klimaatdoelen binnen bereik houden
Minister van Klimaat en Groei, Sophie Hermans namens VVD

Afbeelding: Minister van Klimaat en Groei, Sophie Hermans namens VVD

Bestaande klimaat- en energiedoelen zijn het kompas

Om groen te groeien, onze welvaart te behouden en onze energieonafhankelijkheid te vergroten moeten nu de juiste keuzes gemaakt worden. Samen met de bestaande en nieuwe innovatieve bedrijven en organisaties groeit Nederland naar een bloeiende, groene economie. De bestaande klimaat- en energiedoelen zijn hierbij het kompas. We geven Nederlands ondernemerschap en creativiteit volop de ruimte en scheppen groene markten. De koploperspositie van Nederland in een verduurzamende wereld versterken we en bouwen we uit.

Meer regie voor boeren, nieuwe koers voor het landelijk gebied

Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) wil boeren, vissers en tuinders meer ruimte geven om te ondernemen en ze in staat stellen om tegelijkertijd bij te kunnen blijven dragen aan het behalen van afgesproken doelstellingen. In de nieuwe koers staat voedselzekerheid bovenaan en speelt innovatie een centrale rol. Hiermee creëert het kabinet een vitaal platteland met ruimte voor behoud van biodiversiteit en natuur, zo staat in het LVVN-hoofdstuk van het Regeerprogramma.

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Femke Wiersma namens BBB

Afbeelding: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Femke Wiersma namens BBB

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Jean Rummenie namens BBB

Afbeelding: Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Jean Rummenie namens BBB

Voedselzekerheid

Het kabinet komt in 2025 met een nationale voedselstrategie en maakt zich hard voor een Europese voedselstrategie. Gezien de onzekere internationale situatie is het van essentieel belang dat Nederland blijft beschikken over voldoende, gezond en veilig voedsel. Boeren, tuinders en vissers moeten vooral weer doen waar zij goed in zijn en de meeste kennis van hebben: gezond en duurzaam voedsel produceren. We sturen daarom op het halen van maatschappelijke doelen in plaats van het opleggen van maatregelen (van middel- naar doelsturing). Zo ontwikkelen we in samenwerking met sector- en ketenpartijen een stoffenbalans, zodat boeren op basis van deze data kunnen sturen op milieueisen. Daarvoor beginnen volgend jaar de eerste pilots. Voor de implementatie stelt het kabinet nog dit jaar een actieagenda op.

Innovaties

Innovatie is onmisbaar voor de Nederlandse land- en tuinbouw om tot de meest concurrerende en duurzame markten ter wereld te blijven behoren én om maatschappelijke doelen te halen. Daarom zetten we in op technologieën en markten waar voor Nederland groeikansen liggen. Zo komt in 2025 een innovatieprogramma ‘Robots naar de boerenpraktijk’, dat is gericht op het besparen van arbeidskrachten en het verbeteren van de arbeidsinzet in de land- en tuinbouw. Daarnaast starten we met experimenteerlocaties om de toepassing in de praktijk te versterken, en werken we aan kennisoverdracht (Sabe-regeling).

Ook visserij kan rekenen op ondersteuning voor innovatie om verder te verduurzamen en het verdienvermogen van de visser te verbeteren. Voor de Noordzeevisserij presenteert het kabinet begin volgend jaar concrete plannen om de sector weer perspectief te bieden. Daarnaast komt voor de garnalenvisserij in het eerste kwartaal van 2025 een toekomstvisie, waar een vrijwillige saneringsregeling onderdeel van is. In Europa zet het kabinet stevig in op het weer mogelijk maken van de pulstechniek, die bewezen duurzaam en economisch rendabel is.

Een gebiedsspecifieke aanpak

Natuur en landschap zijn verweven met onze woon-, werk- en leefomgeving. Daarom zetten we in op een eerlijke verdeling van de opgaves over de verschillende gebieden en sectoren. Zo werken we aan perspectief voor PAS-melders en het weer op gang brengen van de vergunningverlening voor maatschappelijke en economische activiteiten. Ook gaan we met alle betrokken sectoren aan de slag om sturen op emissies, in plaats van het sturen op depositie, mogelijk te maken.

We starten met een uitvoeringsgerichte en gebiedsspecifieke aanpak in plaats van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Zo zetten we met innovaties gebiedsgericht belangrijke stappen voorwaarts. Ook de structurele middelen van €500 miljoen euro per jaar voor agrarisch natuurbeheer vervullen hierbij een belangrijke rol. Die bieden boeren, de hoeders van ons Nederlandse cultuurlandschap, en andere beheerders langjarige zekerheid op een marktconforme vergoeding voor hun bijdrage aan het landschap en behoud en versterking van de biodiversiteit. De Kamer wordt nog dit jaar geïnformeerd over de besteding.

Natuurmonitoring

De daadwerkelijk gemeten staat van de natuur wordt leidend voor de ontwikkelingen in het landelijk gebied. Daarvoor versterkt en intensiveert dit kabinet de natuurmonitoring, waarbij naast stikstof ook andere drukfactoren op de natuur worden meegenomen. Met de uitkomsten van de monitoring werkt het kabinet gericht aan een goede staat van robuuste natuurgebieden, ook in Caribisch Nederland. Dat kan betekenen dat aanpassing van Natura-2000 doelen nodig is. Het kabinet gaat daarom voor onder meer provincies de huidige mogelijkheden verduidelijken om deze doelen aan te passen en met de Europese Commissie in gesprek over modernisering van Europese natuurbeschermingsregels.

Mestbrief en begroting

Minister Femke Marije Wiersma stuurt vandaag, naast het regeerprogramma, ook een brief naar de Tweede Kamer met concrete voorstellen om de druk op de mestmarkt te verlichten. Voor meer informatie, zie dit nieuwsbericht.

Er is in het hoofdlijnenakkoord eenmalig €5 miljard beschikbaar gesteld voor een meerjarige investering in de agrarische sector. Daarnaast is er €500 miljoen per jaar beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer door boeren. De middelen komen vanaf 2026 beschikbaar. Om in het komende jaar al een start te maken met de uitdagingen uit dit regeerprogramma, is in het hoofdlijnenakkoord een bedrag van €40 miljoen voor 2025 voorzien. Dit wordt aan de Kamer voorgelegd via de LVVN-begroting 2025.

Kabinet: alle beoordelingen toeslagenouders in 2025 afgerond

Het kabinet wil dat alle gedupeerde toeslagenouders halverwege volgend jaar hun integrale beoordeling hebben afgerond. Dat betekent dat onterecht ingevorderde bedragen dan met rente zijn terugbetaald en ouders een financiële compensatie hebben ontvangen voor emotionele schade. Ook zijn alle schulden aangepakt. Uiterlijk eind 2027 moeten ook de laatste ouders die recht hebben op vergoeding van aanvullende schade zijn gecompenseerd. Dat staat in het regeerprogramma dat vandaag is gepresenteerd.

Afbeelding: Staatssecretaris Toeslagen en Douane, Nora Achabar namens NSC

Afbeelding: Staatssecretaris Toeslagen en Douane, Nora Achabar namens NSC

68.000 aanmeldingen toeslageaffaire

Meer dan 68.000 ouders hebben zich aangemeld. 99% van de ouders die zich heeft aangemeld, heeft inmiddels de 1e toets gehad. In totaal zijn er nu ruim 37.000 ouders erkend als gedupeerde. Zij hebben € 30.000 ontvangen. Hun schulden worden aangepakt en ze krijgen ondersteuning vanuit de gemeente. Ook alle gedupeerde kinderen hebben een financiële vergoeding gehad.

Voortgang compensatie ouders toeslagenaffaire

Dat eind 2027 alle ouders volledig gecompenseerd zijn, betekent niet dat alle ouders nog 3 jaar op herstel moeten wachten. Bijna 50.000 ouders hebben inmiddels de integrale beoordeling afgerond. De verwachting is dat medio 2025 alle ouders die zich aangemeld hebben, dit proces hebben doorlopen. Het kabinet denkt na afronding van alle integrale beoordelingen nog maximaal twee jaar nodig te hebben om ook alle bezwaarprocedures te behandelen. Ook de groep ouders die na de integrale beoordeling nog aanvullende schade heeft, bijvoorbeeld omdat zij hun baan zijn verloren of hun huis hebben moeten verkopen, moeten dan volledige financiële compensatie hebben ontvangen.

Toeslagenstelsel

Meer dan 8 miljoen mensen ontvangen een of meerdere toeslagen. Veel mensen in Nederland zijn afhankelijk van toeslagen om de zorg, de huur en de kosten voor kinderen te kunnen betalen. Niet voor iedereen is het duidelijk hoe het toeslagenstelsel werkt. Mensen verdwalen in de ingewikkelde regelingen. Ook weten mensen vaak pas achteraf of ze geld mogen houden. Een vergissing of fout kan bovendien grote gevolgen hebben. Dit leidt tot onzekerheid, problematische terugvorderingen en zorgt er voor dat mensen geen toeslagen aanvragen, terwijl zij er wel recht op hebben. Het kabinet wil daarom het toeslagenstelsel in samenhang met de sociale zekerheid en inkomstenbelasting hervormen. Het kabinet wil begrijpelijke regelgeving, terugvorderingen en voorschotten zoveel mogelijk beperken en de dienstverlening verder verbeteren. Mensen hebben ook in het hier en nu problemen. Daarom worden ook op korte termijn knelpunten en schrijnende situaties opgelost binnen het huidige stelsel van sociale zekerheid, toeslagen en belastingen.

Maatregelen voor bestaanszekerheid in een samenleving waar iedereen kan meedoen

Nederlanders meer zekerheid bieden over werk en inkomen. Dat is het doel van de maatregelen op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die het kabinet vandaag presenteert. Hoewel Nederland een welvarend land is, zijn er mensen met zorgen over of ze hun boodschappen wel kunnen betalen, een vast contract kunnen krijgen en volwaardig kunnen meedoen in de maatschappij. Het kabinet zet in het regeerprogramma daarom in op het verstevigen van de koopkracht, een brede aanpak van armoede en schulden, meer mensen aan het werk krijgen, het tegengaan van schijnzelfstandigheid, het vereenvoudigen van regelingen en een extra inzet op integratie.

Afbeelding: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid namens Nieuw Sociaal Contract

Afbeelding: Staatssecretaris Participatie en Integratie, Jurgen Nobel namens VVD

Werkzekerheid

Werk is de basis van bestaanszekerheid. Het kabinet wil dat meer mensen een vaste baan krijgen. Daarom komt er een wetsvoorstel met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen. En met een wetsvoorstel dat duidelijker maakt wanneer je werkt als werknemer of als zelfstandige. Om zelfstandigen beter te beschermen tegen verlies van inkomen bij langdurige arbeidsongeschiktheid en voor een gelijker speelveld tussen werkenden, komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Voor de kinderopvang komt er een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. Zodat zij verzekerd zijn van goede en betaalbare kinderopvang en terugvorderingen worden voorkomen. Zo wordt ook duidelijker wat meer werken aan extra inkomen oplevert.

Verstevigen koopkracht

Met een evenwichtig koopkrachtpakket ondersteunt het kabinet werkende middeninkomens en kwetsbare groepen, onder meer met een gerichte verlaging van belastingen.
Werk is de beste weg uit armoede, maar lost niet altijd alles op. Om ervoor te zorgen dat mensen meer te besteden krijgen, verhoogt het kabinet de huurtoeslag en het kindgebonden budget. De afbouw van de dubbele algemene heffingskorting wordt bevroren, zodat de bijstand op peil blijft.

Ook komt er een pakket aan maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. Voor 2025 en 2026 is een reservering opgenomen om een energiefonds op te richten, in het kader van de betaalbaarheid van de energierekening. Het kabinet wil samen met gemeenten het beleid tegen kinderarmoede verbeteren. Een basisvoorwaarde om je op school te kunnen ontwikkelen is een gevulde maag. Daarom reserveert het kabinet ook de komende jaren geld voor gratis schoolmaaltijden.

Vereenvoudigen toeslagen en regelingen

Ook wil het kabinet de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting vereenvoudigen en verbeteren. Daarom komt er een hervormingsagenda, waarbij zoveel mogelijk partijen worden betrokken, waaronder de mensen om wie het gaat. Dit moet leiden tot een visie voor de lange termijn. Tegelijkertijd vereenvoudigen we ook op de korte termijn waar het kan. Deze kabinetsperiode wordt wetgeving voorbereid op het gebied van:

  • Het vervangen van de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering.
  • Het verbeteren en vereenvoudigen van de WIA met concrete voorstellen, geïnspireerd door de aanbevelingen van de OCTAS.
  • Het passender maken van de Participatiewet zodat werk, meedoen en aan de slag gaan makkelijker wordt.
  • Vereenvoudiging van de Toeslagenwet en de WW. Op de WW dient een bezuiniging te worden gerealiseerd.
  • Het herijken van het handhavingsbeleid in de sociale zekerheid en verdere vereenvoudiging van begrippen in het stelsel.

Integratie

Veel mensen doen mee en zetten zich volop in voor de samenleving. Maar te vaak gaat het ook niet goed. Het kabinet maakt daarom extra werk van integratie met een actieagenda. Werk en taal zijn de basis van integratie. Nog te veel statushouders zijn nog niet betaald aan het werk en afhankelijk van bijstand. Het kabinet gaat daarom aan de slag met gelijke kansen voor iedereen. Werkgevers worden ontzorgd zodat zij er zo weinig mogelijk geld en tijd aan kwijt zijn.
Het kabinet zet zich ook in voor een samenleving waarin iedereen de vrijheid heeft om eigen keuzes te maken. Ook in een gesloten gemeenschap moet je zelf richting kunnen geven aan je leven. Daarom zetten we extra in op de aanpak van schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang en genitale verminking.

Regeerprogramma Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: betrokkenheid burgers centraal

Een agenda voor vernieuwing en versterking van de democratische rechtsstaat en goed bestuur, slimme inzet van technologie voor overheidsdienstverlening en inzet op meer zelfredzaamheid voor de eilanden in het Koninkrijk. En blijvend herstel en perspectief voor Groningen en Noord-Drenthe. Met deze maatregelen zet het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de burger in het hele koninkrijk centraal.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Judith Uitermark namens NSC

Afbeelding: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Judith Uitermark namens NSC

Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, Zsolt Szabo namens PVV

Afbeelding: Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering Zsolt Szabo namens PVV

Staatssecretaris Herstel Groningen Eddie van Marum namens BBB

Afbeelding: Staatssecretaris Herstel Groningen Eddie van Marum namens BBB

Agenda voor vernieuwing van de democratie en rechtsstaat

Er is een te grote afstand ontstaan tussen de dagelijkse wereld van mensen en het systeem van de overheid. Verandering van ons bestuur en herstel van de rechtsstaat is noodzakelijk om de problemen van Nederland op te kunnen lossen. Het kabinet presenteert daarom een agenda voor vernieuwing en versterking van de democratie, de rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop. In deze agenda krijgen grondrechten meer betekenis. Door constitutionele toetsing mogelijk te maken en het instellen van een constitutioneel hof kunnen straks wetten worden getoetst aan de Grondwet. De basis voor de grondwetsherziening die nodig is voor het constitutioneel hof wordt dit jaar gelegd. Het wetsvoorstel volgt in 2025.

Daarnaast wordt de representatieve kant van de democratie versterkt. Het kabinet gaat aan de slag met het versterken van de regionale band tussen kiezer en gekozene en zal een wetsvoorstel voor een nieuw kiesstelsel voor de Tweede Kamer indienen.

Goed bestuur

Bij het uitwerken van deze agenda stellen we mensen centraal. Dat vraagt om een meer dienstbare houding van de overheid. Goed bestuur vergt goede samenwerking: opgavegericht en met beleid en regels die werken voor mensen. Er wordt actief gezocht naar hardheden in beleid, die vervolgens worden aangepakt. Er komt ruimte om de kracht van mensen zelf te benutten; de overheid is immers niet alleen verantwoordelijk voor het functioneren van onze samenleving. Met een maatschappelijke alliantie op burgerschap worden initiatieven uit de samenleving opgehaald en waar nodig gesteund. Beleid voor mensen moet worden gemaakt met mensen. Aansluitend hierop wordt gewerkt aan een overheid die zo groot is als nodig en zo klein als mogelijk. Dat kan als de kracht van de samenleving meer benut wordt, er slimme keuzes gemaakt worden, en als er werk wordt gemaakt van het verminderen van procedures en administratie. En dat moet ook gezien de krapte op de arbeidsmarkt en de noodzaak tot bezuinigen.

Digitalisering

Het is essentieel dat de Rijksoverheid intensiever samenwerkt met gemeente, provincie en waterschappen, van uitvoering tot beleid. Met digitaal vaardige ambtenaren aan de basis. Burgers en bedrijven hebben recht op begrijpelijke en nabije dienstverlening van de overheid. Daarvoor moet de basis op orde zijn met veilige en goed werkende systemen, juiste gegevensuitwisseling en slimme inzet van technologie zoals cloud, quantum en AI. Ook blijft het kabinet inzetten op het borgen van publieke waarden bij gebruik van nieuwe technologieën.

Koninkrijksrelaties

De samenwerking in het Koninkrijk is gericht op meer zelfredzaamheid van de zes eilanden. We maken onderdeel uit van één Koninkrijk met vier autonome landen die een lange gezamenlijke geschiedenis delen. Alle landen zijn zelf verantwoordelijk voor de welvaart van hun inwoners. Daarbij benutten zij de kracht van het Koninkrijk.

Herstel en perspectief voor Groningen en Noord-Drenthe

Groningen en Noord-Drenthe lijden al lang onder de gevolgen van de gaswinning. Daarom gaat het kabinet, koste wat kost en zo lang als nodig, door met het herstellen van schade en het versterken van woningen. Daarnaast investeert het ministerie samen met de regio in het isoleren van huizen en wordt er de komende 30 jaar gewerkt aan sociaal en economisch perspectief voor inwoners. Het kabinet legt zijn inzet vast in de Groningenwet en neemt aanvullende maatregelen waar nodig.

Verdienvermogen cruciaal voor sterke economie

Het kabinet wil het verdienvermogen van Nederland versterken door ondernemerschap te stimuleren. Ondernemers en bedrijven spelen namelijk een cruciale rol in de economie: ze bieden de banen van de toekomst, zorgen voor innovatie en dragen bij aan belastinginkomsten. Met de bijdrage van het bedrijfsleven wordt een groot deel van onze publieke voorzieningen betaald, zoals onderwijs, wegen en de politie. Om het ondernemingsklimaat te verbeteren wil het kabinet bedrijven meer ruimte geven om te ondernemen en innovatieve ideeën te ontwikkelen. Dit is nodig, want Nederland staat voor uitdagingen zoals vergrijzing, personeelstekorten en een vol elektriciteitsnet.

Minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts namens PVV 

Afbeelding: Minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts namens PVV 

Op initiatief van minister Beljaarts stelt het kabinet hiervoor in het Regeerprogramma vijf prioriteiten voor met bijbehorende maatregelen:

  1. Aantrekkelijker ondernemingsklimaat

Het kabinet wil dat Nederland tot de top-5 van meest concurrerende landen behoort. Daarom moet het Nederlandse ondernemingsklimaat worden versterkt. Met stabiel en voorspelbaar (fiscaal) beleid, lastenverlichting voor bedrijven en betere toegang tot financiering, zoals via de nieuwe Financieringshub, legt het kabinet de basis voor duurzame groei. Ook organiseert het kabinet een ondernemingsklimaattop en pakt het andere knelpunten voor ondernemers aan, zoals netcongestie. Zo wil het een aantrekkelijk ondernemingsklimaat creëren voor bedrijven, dat gunstig is voor de gehele Nederlandse economie.

    1. Minder regeldruk voor bedrijven

    Het kabinet wil de regeldruk voor bedrijven merkbaar verminderen, zodat ondernemers meer tijd overhouden om te ondernemen. Daarom introduceert minister Beljaarts de wettelijke verplichting om het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) vroegtijdig bij nieuwe nationale regelgeving te betrekken. Daarnaast krijgt het ATR een rol bij de beoordeling van EU-voorstellen. Het kabinet lanceert een reductieprogramma om onnodige regeldruk terug te dringen en maakt het naleven van regels eenvoudiger. Extra Nederlandse koppen op Europees beleid moeten worden voorkomen en waar mogelijk afgeschaft.

    1. Meer ruimte voor ondernemers

    Het kabinet wil dat bedrijven die bijdragen aan toekomstige welvaart zich in Nederland kunnen blijven ontwikkelen, doorgroeien en investeren. Het is belangrijk dat hier voldoende ruimte voor is. Daarom werkt het kabinet aan een visie op de ruimtelijke en economische structuur en ontwikkelt het een integrale aanpak voor toekomstbestendige en betaalbare bedrijventerreinen. Daarnaast stelt het €30 miljoen beschikbaar voor toekomstbestendige bedrijventerreinen, met naar verwachting een aanvullende bijdrage van regionale overheden.

    1. Sterke en concurrerende economie

    Door te investeren in talent, gericht industriebeleid te voeren en samen te werken met Europese partners werkt het kabinet aan een concurrerende en weerbare economie. Het Actieplan Groene en Digitale Banen wordt voortgezet en het Topsectorenbeleid vernieuwd. Bovendien moeten hoogwaardige technologieën en kennis worden beschermd. Het kabinet focust op het vergroten van economische veiligheid en het verminderen van strategische afhankelijkheden, door de EU strategie hierop aan te jagen en bedrijven aan te moedigen maatregelen te nemen. Ook verkent het de mogelijkheid strategische voorraden aan te leggen. De leveringszekerheid van kritieke grondstoffen wordt versterkt via de Nationale Grondstoffen Strategie.

    1. Koploper in innovatie

    Nederland moet meer doen met minder mensen. Daarom zijn investeringen in kennis, technologie en innovatie cruciaal. Het kabinet wil dat in 2030 3% van het bruto binnenlands product (bbp) wordt besteed aan onderzoek en ontwikkeling. Ook stimuleert het startups en scale-ups om door te groeien en investeert het in innovatief MKB, bijvoorbeeld via Invest-NL. Met Invest International worden internationale projecten gefinancierd die bijdragen aan het Nederlandse verdienvermogen en duurzame groei.

    Het kabinet versterkt de komende kabinetsperiode het verdienvermogen, het ondernemingsklimaat en de bestaanszekerheid. De overheid luistert naar ondernemers en consumenten en toetst bij hen welke kansen, knelpunten en behoeftes zij ervaren bij het beleid. Minister Beljaarts: “Zo werken we aan een economie waarvan iedereen de vruchten plukt.”

    Minister Faber: Nederland krijgt strengste asielregime ooit

    Nederland kan de hoge aantallen migranten niet aan. De asielopvang zit overvol, procedures duren te lang en de kosten rijzen de pan uit. Bovendien leidt de aanhoudende asielinstroom tot problemen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

    Om weer grip op de situatie te krijgen, komt dit kabinet met het strengste asielregime ooit, zo blijkt uit het vandaag gepubliceerde regeerprogramma. Via het beperken van de instroom, snelle procedures, lik op stuk richting overlastgevers, strenger grenstoezicht, beperken van nareis-mogelijkheden en stevig inzetten op terugkeer moet Nederland in Europa een koploper worden als het gaat om toelatingsregels.

    Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber namens PVV

    Afbeelding: Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber namens PVV

    Asielcrisis

    De minister van Asiel en Migratie en de minister-president activeren zo snel mogelijk het noodrecht. Zo kan het kabinet afwijken van de Vreemdelingenwet. Meerderjarige kinderen kunnen niet meer nareizen. Nieuwe feiten en omstandigheden bij herhaalde asielaanvragen worden strenger getoetst. Ook komt er een mogelijkheid om asielzoekers die niet op een zitting of afspraak verschijnen, af te wijzen.

    Met een asielcrisiswet trekt het kabinet vervolgens de Spreidingswet in, komt er een beslisstop op asielaanvragen, wordt de opvang versoberd en worden mensen zonder verblijfstitel desnoods gedwongen uitgezet. Daardoor kan de situatie in de asielketen door de hoge instroom gelijk aangepakt worden.

    Asielbeleid

    De situatie in de asielketen moet ook structureel worden aangepakt. Er komen strenge voorwaarden op het gebied van gezinshereniging en een zo smal mogelijke invulling van het kerngezin. Gezinshereniging wordt voor het overgrote deel van de asielzoekers alleen mogelijk wanneer iemand een vaste woonruimte, een passend inkomen en minimaal 2 jaar een verblijfstatus heeft. De 1e wetswijzigingen gaan dit najaar naar de Raad van State.

    Ook krijgen asielzoekers niet langer na 5 jaar automatisch een asielvergunning voor onbepaalde tijd. Dat betekent dat zij terug moeten naar het land van herkomst zodra het daar veilig is. De ongewenstverklaring wordt verruimd. Hiermee kunnen asielzoekers die misdrijven begaan sneller worden uitgezet.

    Ook maakt dit kabinet zo snel mogelijk bij de Europese Commissie duidelijk dat Nederland een opt-out wil van het Europese asiel- en migratiebeleid. In de tussentijd trekt minister Faber in Europa op met gelijkgezinde landen en wordt het grenstoezicht versterkt.

    Kabinet pakt woningnood aan: sneller, slimmer en met minder regels bouwen

    Het woningtekort blijft groot. Het leven van veel mensen staat hierdoor in de pauzestand. Daarom wil het kabinet structureel 100.000 woningen per jaar bouwen, waaronder voldoende betaalbare en passende huizen. Hiervoor is de komende jaren € 5 miljard beschikbaar. Daarbovenop komt € 2,5 miljard om alle nieuwe woningen goed bereikbaar te maken. Elke woning is er één. Het kabinet zet dus, naast grootschalige woningbouw, ook in op slimme manieren om snel en zonder belemmeringen nieuwe woningen te realiseren, zoals het beter benutten van bestaande gebouwen. De schaarse ruimte in ons land wordt hierbij op een eerlijke manier verdeeld, zodat er naast woningbouw ook plaats is voor bijvoorbeeld natuur en landbouw. Deze plannen voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening staan in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof.

    Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer namens BBB

    Afbeelding: Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
    Mona Keijzer namens BBB

    Sneller en slimmer bouwen

    Het Rijk maakt duidelijke en afdwingbare afspraken met overheden, corporaties en marktpartijen over de woningen die we moeten bouwen. Hierbij worden voldoende locaties in heel Nederland aangewezen. In de Randstad en de regio. Zowel binnen als buiten de stad. En via grootschalige woningbouw, maar ook door een straatje erbij aan de rand van een gemeente. Deze afspraken komen onder andere in de regionale woondeals. Via de Wet versterking regie volkshuisvesting kan het Rijk hierop sturen.

    Om de woningbouw te stimuleren stelt het kabinet de komende vijf jaar € 5 miljard beschikbaar. Hiermee wordt onder meer de bouw van meer betaalbare woningen voor lage en middeninkomens ondersteund. Zo ontvangen gemeenten een realisatiestimulans: een vast bedrag voor elke betaalbare woning die ze realiseren. Dit vervangt deels verschillende, specifieke uitkeringen. Hierdoor wordt voortaan niet meer het plan maar de prestatie – het daadwerkelijk opleveren van nieuwe woningen – beloond. Verder wordt de overdrachtsbelasting voor beleggers per 1 januari 2026 verlaagd naar 8%. Dit maakt het aantrekkelijker om te investeren in huurwoningen.

    Alle beetjes helpen. Daarom is het ook belangrijk om bestaande gebouwen beter te benutten. Dat kan onder meer door kantoren om te bouwen tot woningen. Of via het splitsen en optoppen van huizen. Ook andere manieren van wonen kunnen uitkomst bieden. Voorbeelden hiervan zijn het verhuren van kamers door hospita’s, woningdelen of met familie op één erf wonen, bijvoorbeeld om mantelzorg te kunnen verlenen. Via wet- en regelgeving wordt dit alles makkelijker gemaakt.

    Woningbouw loopt vaak onnodig vertraging op. Via efficiëntere processen en procedures en meer conceptuele en industriële bouw komen er sneller nieuwe woningen bij. Daarnaast worden overbodige en vertragende regels zoveel mogelijk geschrapt.

    Bouwen aan bestaanszekerheid

    Een goed huis biedt een zekere basis voor je bestaan. Voor jongeren is een eigen woning een belangrijke stap naar een zelfstandig leven. En wie geniet van de oude dag, heeft een woning nodig die daarbij past. Om aan te sluiten bij de woonwensen van verschillende mensen, gaat het kabinet voldoende betaalbare en passende woningen bouwen. Zo moet twee derde van de te bouwen huur- en koopwoningen te betalen zijn voor huishoudens met een laag inkomen of middeninkomen. Daarnaast moeten er onder meer 290.000 nieuwe woningen voor ouderen komen.

    Het kabinet zet niet alleen in op nieuwe huizen, maar ook op goed bereikbare, veilige en klimaatbestendige wijken waarin het prettig leven en werken is. Dat gebeurt zowel in de Randstad als in de regio’s. Via het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid krijgen de regio’s waarin de leefbaarheid het meest onder druk staat extra aandacht.

    Het is belangrijk dat mensen hun woonlasten kunnen blijven dragen. Daarom gaat de maandelijkse huurtoeslag omhoog, verandert de fiscale positie van de eigen woning niet en profiteren ook mensen met een kleine beurs via subsidies van duurzaamheids- en energiemaatregelen, zoals het isoleren van hun huis.

    Schaarse ruimte goed ordenen

    De ruimte in ons land is schaars. Niet alles is mogelijk. In de Nota Ruimte worden daarom keuzes gemaakt die recht doen aan de uiteenlopende ruimtelijke opgaven waarvoor we staan. Zo worden hierin nieuwe locaties voor grootschalige woningbouw aangewezen. En staan er afspraken in over de bereikbaarheid en energievoorziening van gebieden. In het programma NOVEX werken alle overheden daarnaast samen aan een plan voor de inrichting van Nederland en een fijne leefomgeving, waarin het prettig wonen en werken is.

    visueel regeerprogramma ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening over het probleem 'woningtekort'

    Regeerprogramma onderwijs, cultuur en wetenschap: scherpe keuzes voor een slim, vaardig en creatief Nederland

    Nederland voorbereiden op de toekomst vraagt om focus op wat écht nodig is. Dat is dan ook de kern van het regeerprogramma voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Minister Eppo Bruins en staatssecretaris Mariëlle Paul blijven investeren in een sterk en toegankelijk stelsel van onderwijs, cultuur, media en wetenschap en een vrije en veilige samenleving voor iedereen. Zij moeten ook fors bezuinigen. Dat noopt tot scherpe en verstandige keuzes.

    Afbeelding Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Eppo Bruins namens NSC

    Afbeelding Staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie Mariëlle Paul

    Herstelplan kwaliteit onderwijs

    De kwaliteit van het onderwijs staat onder druk. Steeds meer leerlingen en studenten kunnen niet goed lezen, schrijven en rekenen terwijl dit de absolute basis is om op eigen benen te kunnen staan. Het tekort aan leraren en schoolleiders speelt hierbij een grote rol. Staatssecretaris Paul komt daarom komend voorjaar met een Herstelplan kwaliteit onderwijs om deze basisvaardigheden te verbeteren en het lerarentekort verder aan te pakken. Dit plan bevat ook concrete maatregelen om de randvoorwaarden op orde te brengen. Zo moet de school voor alle leerlingen en leraren een veilige plek zijn en willen we toe naar minder subsidies en meer duidelijkheid voor scholen hoeveel geld zij te besteden hebben. Zolang nog niet alle leerlingen het voortgezet onderwijs met een goed niveau van basisvaardigheden verlaten, zorgen we dat zij in het vervolgonderwijs bijgespijkerd worden.

    Of het lukt om te kunnen leren hangt voor een groot deel af van de situatie buiten school. Het kabinet zet de financiering van gratis schoolmaaltijden bijvoorbeeld daarom structureel voort. Zo kunnen leerlingen met een volle maag en geconcentreerd aan de les beginnen.

    Het kabinet wil ervoor zorgen dat scholen in het primair en voortgezet onderwijs blijven investeren in verbeteren van lezen, schrijven en rekenen. Daarom compenseert het kabinet hen voor de hogere kosten die de btw-verhoging op (school)boeken meebrengt. Ook mbo-instellingen ontvangen compensatie voor het verstrekken van leermiddelen voor basisvaardigheden ten behoeve van studenten onder de 18 jaar.

    Opleiden voor de toekomst

    Er is minder geld dan voorheen voor het vervolgonderwijs. Daarnaast zijn de dalende studentenaantallen een serieuze bedreiging voor de kwaliteit en betaalbaarheid ervan. Bij de scherpe keuzes die Bruins moet maken geeft hij prioriteit aan het op peil houden van het onderwijsaanbod, ook in de regio. Met extra aandacht voor het opleiden van de vakmensen waar groot tekort aan is, bijvoorbeeld in de techniek, zorg en onderwijs. In 2025 sluit hij hiervoor een pact met studenten, werknemers, werkgevers en onderwijsinstellingen.

    Bruins wil dat iedere jongere op een passende opleiding terechtkomt waarmee hij of zij een betekenisvolle bijdrage aan de samenleving kan leveren. Hij onderstreept daarom het belang van álle vormen van vervolgonderwijs, mbo, hbo en universiteit. Mbo’s, hbo’s en universiteiten krijgen een zorgplicht voor sociale veiligheid. Voor studenten is het belangrijk dat zij de Nederlandse taal goed beheersen. Daarom wordt de verengelsing in het hbo en wo teruggedrongen. Voor internationale studenten blijven er in de regio en bijvoorbeeld de technieksector mogelijkheden de opleiding in het Engels te volgen.

    De langstudeermaatregel wordt nog uitgewerkt. Oud-studenten die onder het leenstelsel vielen krijgen een extra tegemoetkoming van het kabinet.
    In de wetenschap kiest Bruins ervoor de investering in de sectorplannen overeind te houden. Dat betekent dat universiteiten door kunnen op de ingezette koers en zij geld houden voor de vaste banen van 1200 wetenschappers.

    Kunst, cultuur en media belangrijke pijlers

    Kunst, cultuur en media zijn belangrijke pijlers onder de rechtsstaat. Het kabinet staat pal voor de vrijheid en veiligheid van journalisten en creatieve makers.
    De landelijke publieke omroep wordt hervormd. Kunst en cultuur hebben grote intrinsieke waarde: ze maken ons tot wie we zijn en zorgen voor verbinding tussen mensen. Bruins blijft investeren in de culturele sector. Op Prinsjesdag maakt hij bekend welke investeringen het kabinet doet in de culturele basisinfrastructuur. De Archiefwet wordt gemoderniseerd om beter aan te sluiten bij het digitale tijdperk. Zo blijven de archieven actueel en bewaard, en informatie beter en sneller toegankelijk voor burgers, onderzoekers en journalisten.

    Regeerprogramma: 1200 wetenschappers behouden hun baan, beurzen geschrapt

    Er blijft toch geld vanuit het kabinet om de banen van 1200 wetenschappers te behouden. Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) kiest ervoor de investering in de sectorplannen te behouden. Daarin zit geld van het kabinet waarmee universiteiten wetenschappers een vaste baan kunnen geven. De sectorplannen zijn een belangrijke steunpilaar onder het wetenschappelijke werk van universiteiten.

    Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
    Eppo Bruins namens NSC

    Sectorplannen: van AI tot zorg

    De filosofie achter de sectorplannen is simpel: versterk je sterke punten en werk samen. In de praktijk betekent dat dat universiteiten gezamenlijk kiezen aan welke onderzoeksthema’s ze prioriteit geven, omdat die voor de maatschappij belangrijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar cruciale technologie zoals AI, de toekomst van de zorg of onderzoek naar maatschappelijke ongelijkheid. Universiteiten spreken vervolgens onderling af wie welk deel van het onderzoek doet. Ze geven elkaar zo de ruimte, en hebben samen de meeste waarde voor Nederland. Een onafhankelijke commissie toetst hun plannen, waarna het kabinet hen daar geld voor geeft.

    De sectorplannen bestaan al een aantal jaren en werken goed. Ze zorgen voor een sterkere wetenschappelijke basis. Dat is niet alleen goed voor ons welzijn en welvaart, maar biedt ook zekerheid aan de wetenschappers die zich daarvoor inzetten.

    Elders extra bezuinigen

    In de financiële tabel van het hoofdlijnenakkoord stond de bezuiniging op sectorplannen ingeboekt voor € 215. Omdat Bruins ervoor kiest die investering door te zetten, moet er elders bezuinigd worden. Na overleg met verschillende partijen uit de wetenschap heeft Bruins gekozen de investeringen in starters- en stimuleringsbeurzen te schrappen. Dat programma is gestart in 2022, en bood wetenschappers kans op een persoonlijke onderzoeksbeurs die zij naar eigen inzicht konden inzetten. Het schrappen betekent dat er geen nieuwe beurzen meer verstrekt worden. En dat doet pijn, omdat er wetenschappers zijn die hoopten met zo’n beurs onderzoek te kunnen gaan doen. Een deel van het budget voor de stimuleringsbeurzen blijft in stand. Bruins werkt op dit moment uit hoe dit budget het beste kan worden ingezet.

    Werken aan een weerbare en rechtvaardige democratische rechtsstaat voor iedereen

    Nederland veilig en rechtvaardig houden zodat mensen veilig en in vrijheid samen kunnen leven. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar niets is minder waar. Onze veiligheid, vrijheden en de democratische rechtsstaat staan onder druk. Maatschappelijke polarisatie, de impact van de georganiseerde misdaad maar ook het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen. Zomaar een paar voorbeelden, maar wel de realiteit. Vandaag presenteert het kabinet het regeerprogramma met daarin ook een voortvarende aanpak om Nederland veiliger en rechtvaardiger te maken.

    Versterking van veiligheid en weerbaarheid in onze rechtsstaat

    Minister David van Weel van Justitie en Veiligheid is deze kabinetsperiode ingegaan met 3 prioriteiten: de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit, de weerbaarheid van Nederland en het vertrouwen in de rechtsstaat.

    Ondermijnende criminaliteit is een gevaar voor onze samenleving. Overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties slaan de handen ineen om Nederland onaantrekkelijker te maken voor en weerbaar te maken tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Maar ook de weerbaarheid bij overheden, bedrijven en ook burgers moet omhoog. Dreigingen zijn urgenter en complexer dan ooit. Daarom maakt het kabinet werk van het verhogen van de weerbaarheid zodat onze samenleving ook in tijden van crises kan blijven functioneren. Maar veilig en in vrijheid samen leven vraagt ook iets van de samenleving. Daarom wordt er een scherper onderscheid gemaakt tussen (vreedzaam) demonstreren en orde verstorende acties. Met burgemeesters, politie, Openbaar Ministerie en anderen die een bijdrage kunnen leveren wordt gesproken over een optimale mix van maatregelen om vreedzame demonstraties te faciliteren maar ook kordaat op te treden tegen diegenen die zich niet aan de wet houden.

    Uitvoeren van opgelegde straffen

    Het kabinet zet ook in op een snelle en zekere uitvoering van de straf. Het capaciteitstekort in het gevangeniswezen wordt aangepakt, waaronder de ontstane voorraad zelfmelders. Daarom werkt de Dienst Justitiële Inrichtingen samen met andere ketenorganisaties aan maatregelen om het capaciteitstekort zoveel mogelijk terug te dringen. Daarbij wordt ingezet op structurele oplossingen.

    Staatssecretaris Ingrid Coenradie van Justitie en Veiligheid: “Opgelegde straffen moeten ook echt uitgevoerd worden. Het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen en de TBS-instellingen pakken we met prioriteit aan. Daarvoor moet uiteraard goed personeel behouden en aangetrokken worden. Er komt extra celcapaciteit door het realiseren van ander type gevangenis met een sober programma voor criminelen met een korte straf. Ik ga graag aan de slag met de opdrachten in het regeerprogramma, want het is onuitlegbaar aan de samenleving dat criminelen vrij rondlopen.”

    De rechtsstaat is van ons allemaal

    De democratische rechtsstaat moet de grondrechten waarborgen, zorgen voor vreedzame oplossing van conflicten en waar nodig haar inwoners beschermen tegen de overheid en zorgen dat mensen de juiste hulp krijgen. Het kabinet versterkt daarom de toegang tot het recht, zodat mensen en bedrijven sneller en eenvoudiger een passende en duurzame oplossing kunnen vinden voor juridische problemen. De grondrechten worden beter gewaarborgd door het oprichten van een constitutioneel hof en betere toetsing van de grondrechten bij het maken van wetten. Bij kinderbeschermingsmaatregelen die diep ingrijpen op gezinnen moeten ouders en kwetsbare kinderen beter worden gehoord, betrokken en ondersteund.

    De inzet van het kabinet is kwalitatief goede besluitvorming, rechtsbijstand in gerechtelijke procedures en het versterken van de rol van de kinderrechter. Het kabinet gaat daarnaast door met de aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het programma Preventie met Gezag, om te voorkomen dat jongeren (verder) afglijden in de criminaliteit.

    Afbeelding: Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel namens VVD

    Afbeelding: Staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken namens NSC

    Een gelijkwaardigere toegang tot zorg, onbeheersbaar arbeidsmarkttekort afwenden en een gezonder en fitter Nederland

    Onze zorg is van onschatbare waarde en staat al lange tijd onder grote druk. Het wordt steeds lastiger voor medewerkers om de groeiende zorgvraag op te vangen. Tegelijkertijd mijden mensen vaak zorg uit angst voor de kosten. Dat is ongewenst. Met het flink verlagen van het eigen risico en het nemen van maatregelen om wachtlijsten in bijvoorbeeld de jeugdzorg en ggz terug te dringen, creëert het kabinet een gelijkwaardigere toegang tot zorg. Je urgentie wordt leidend. We willen dat iedereen, van jong tot oud, in Nederland gezond en fit kan zijn en blijven.

    Gelijkwaardigere toegang tot zorg

    Met onder andere het flink verlagen van het eigen risico creëert het kabinet een gelijkwaardigere toegang tot zorg. Het eigen risico wordt vanaf 2027 verlaagd naar 165 euro. Voor 2025 en 2026 blijft het eigen risico op 385 euro. De eerste schijf in de inkomstenbelasting wordt verlaagd om lage- en middeninkomens te ondersteunen. Vooruitlopend op de verlaging van het eigen risico is 2,5 miljard euro lastenverlichting voor 2025 en 2026 beschikbaar. Ook gaan patiënten straks minder eigen risico in één keer betalen. Zo betaal je vanaf 2027 in het ziekenhuis nooit meer dan 50 euro eigen risico per behandeling.

    Afwenden van een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort

    De voorbije jaren zijn grote stappen gezet om meer patiënten te helpen per medewerker. Ondanks dat is de verwachting dat we in 2033 een enorm personeelstekort in zorg en welzijn hebben van bijna 200.000 medewerkers. Het is ondenkbaar dat we dit laten gebeuren. Het kabinet wil dit langs drie lijnen aanpakken: binnen vijf jaar de administratietijd halveren naar 20%, de juiste inzet van medewerkers en het vergroten van vakmanschap. Met generatieve kunstmatige intelligentie kan administratietijd in de zorg drastisch naar beneden worden gebracht. Ook wordt gewerkt aan digitalisering, standaardisering, automatisering en het verbeteren van de gegevensuitwisseling met inachtneming van privacy.

    Integraal Zorgakkoord concreet maken

    De bedoeling van Integraal Zorgakkoord (IZA) wordt concreet gemaakt in de zogeheten beweging naar de voorkant. Het behoud van streekziekenhuizen wordt het uitgangspunt. Afspraken worden gemaakt om de spoedeisende hulp, acute verloskunde en intensive care te bekostigen op basis van een beschikbaarheidsbijdrage zoals gebruikelijk in de ambulancezorg. Samen met meerjarige contracten en het uitvoeren van eenvoudige operaties in streekziekenhuizen en kleinere ziekenhuizen in de stad, wordt het bestaansrecht van streekziekenhuizen versterkt. Zorg en welzijn worden beter vervlochten en het wordt makkelijker gemaakt om een huisartsenpraktijk over te nemen.

    Goede zorg en ondersteuning voor onze ouderen

    Onze alleroudsten die onze welvaart en samenleving hebben opgebouwd, moeten erop kunnen rekenen dat er zorg en een geschikte woning is als zij zorgafhankelijk worden. We investeren in betere ouderenzorg, meer zorg- en verpleegplekken en 290.000 extra geschikte woningen voor ouderen in 2030. Ook stuurt het kabinet op een halvering van de administratietijd in verpleeghuizen in 2030. Zo laten we zorgmedewerkers zorgen in plaats van dat zij hun kostbare tijd besteden aan administratie. Palliatieve en terminale zorg moeten een vanzelfsprekend onderdeel van de reguliere zorg zijn. Om die reden wordt extra aandacht besteed aan opleidingen, zodat palliatieve zorg onderdeel is van alle basisopleidingen (mbo, hbo en universitair).

    Zorg voor jongeren die dit het meest nodig hebben

    De druk op de jeugdzorg is te groot, 1 op de 7 kinderen krijgt jeugdzorg. Dat moeten we niet willen en is ook niet houdbaar naar de toekomst. Het antwoord op betere hulp voor kinderen en ouders is niet altijd de jeugdzorg. Soms ben je buiten de zorg het beste geholpen. Jeugdzorg is onvoldoende beschikbaar voor die jongeren die dit het hardst nodig hebben. De uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd heeft daarom hoge prioriteit voor dit kabinet. Met een nieuw wetsvoorstel willen we helder maken waarvoor je bij de jeugdhulp terecht kunt en welke hulp daarvoor beschikbaar is. Zo worden beschikbare tijd en middelen ingezet voor die jongeren die hulp hard nodig hebben. Stevige lokale teams, dichtbij in de wijk, spelen hierbij een belangrijke rol. Om jongeren op tijd de (specialistische) hulp te geven die ze nodig hebben, verplichten we de samenwerking tussen gemeenten en de inkoop van specialistische zorg op regionaal niveau. Deze zorg krijgen jongeren zo dicht mogelijk bij huis. De gesloten jeugdzorg wordt zo snel mogelijk afgebouwd. In plaats hiervan komt er een alternatief aanbod dat zoveel mogelijk lijkt op een leven thuis.

    Naar een gezonder, sportiever en fitter Nederland

    Een goede (mentale) gezondheid is belangrijk voor iedereen. De komende periode focussen we hierbij speciaal op kinderen en jongeren. Zo werken we aan een gezonde generatie in 2040. Marketing van ongezonde producten gericht op kinderen en jongeren wordt tegengegaan. Verder komt er een actieplan om het gebruik van vapes onder jongeren terug te dringen en komt er een campagne om de consequenties van het kopen en gebruiken van drugs zichtbaar te maken. Het kabinet neemt de zorgen om de gedaalde vaccinatiegraden zeer serieus. Daarom maken we het onder andere makkelijker om vaccinaties te krijgen, met name in wijken en gebieden waar de vaccinatiegraad achterblijft.

    Voldoende sporten en bewegen draagt bij aan je fitheid en gezondheid, en helpt je fysiek en mentaal goed te voelen. Onze ambitie is dat iedereen de kans krijgt om te sporten en bewegen, en daarvan te genieten. Om sportverenigingen te helpen zich klaar te maken voor de toekomst, blijft het kabinet investeren in de verduurzaming van sportverenigingen.

    Afbeelding: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en 
    Sport Fleur Agema namens PVV

    Met lef bouwen aan een mooier Nederland

    Minister Barry Madlener en staatssecretaris Chris Jansen werken de komende jaren aan een mooier Nederland met uitstekende verbindingen op de weg, het spoor, over het water en in de lucht. Niet alleen voor onze inwoners, maar ook voor onze bedrijven. Want Nederland is een doorvoerland en een goede economie is de basis van onze welvaart.

    De goede en betrouwbare infrastructuur waar Nederland om bekend staat, is niet vanzelfsprekend. Het kabinet zet zich de komende jaren in om het onderhoud van de wegen, het spoor en de vaarwegen op orde te houden. Rijkswaterstaat en ProRail zullen fors meer werk verzetten.

    Het kabinet stelt € 2,5 miljard euro extra beschikbaar voor nationale infrastructuur om (nieuwe) woningbouwlocaties bereikbaar te maken. In 2025 worden de plannen uitgewerkt waar woningbouw komt en hoe deze woonwijken bereikbaar worden gemaakt.

    Luchtvaart

    Het kabinet is trots op Schiphol en de verbinding met de rest van de wereld. Trots op de economische waarde van Schiphol voor Nederland. Dit moet in balans zijn met de geluidshinder die omwonenden rond Schiphol ervaren. Het kabinet wil daarom de geluidsbelasting op korte termijn met 17% verminderen en op langere termijn met 20%. Daarnaast zet het kabinet in op het op orde brengen van de rechtsbescherming van omwonenden en de regelgeving met behoud van de netwerkkwaliteit van Schiphol. Ook komt er in 2025 meer duidelijkheid over de opening van Lelystad Airport.

    Er wordt per 1 januari 2027 een gedifferentieerde vliegbelasting naar afstand ingevoerd. Dit betekent dat de lange afstandsvluchten met een hogere uitstoot zwaarder worden belast. Deze verhoging van de vliegbelasting levert 248 miljoen per jaar op. Bij de uitwerking wordt gekeken naar de effecten op onder andere emissies en de netwerkkwaliteit en hubfunctie van Schiphol.

    Spoor

    Op basis van de resultaten van het onderzoek naar de Lelylijn besluit het kabinet in overleg met de regio eind dit jaar op welke manier verder wordt gegaan met het project. Het kabinet gaat daarnaast aan de hand van de resultaten uit het onderzoek naar de Nedersaksenlijn met de regio bespreken hoe Groningen, Drenthe en Overijssel via het spoor beter kunnen worden verbonden.

    Ook de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer vindt het kabinet belangrijk en wil dat project graag een stap verder brengen.

    Het kabinet vindt dat belangrijke voorzieningen voor alle Nederlanders bereikbaar moeten zijn. Daarom wil het kabinet het openbaar vervoer in het landelijk gebied verbeteren. De inzet is dat belangrijke busverbindingen tussen dorpskernen blijven bestaan en het OV in heel Nederland betrouwbaar en betaalbaar is. Daarbij wordt ook gekeken naar kansen voor slimme combinaties van OV op afroep, zoals de regiotaxi, met doelgroepenvervoer en deelmobiliteit.

    De veiligheid in het openbaar vervoer moet worden vergroot, zeker ook voor de mensen die er werken. Personeel krijgt nu nog te vaak te maken met allerlei vormen van geweld en agressie tijdens hun werk. Daarom gaat staatssecretaris Chris Jansen samen met de OV-sector, het ministerie van Justitie en Veiligheid, decentrale overheden en de politie een plan maken en in kaart brengen welke maatregelen op korte termijn kunnen worden genomen.

    Automobilisten

    De maximumsnelheid op de snelwegen wordt daar waar het kan, verhoogd naar 130 kilometer per uur. Het kabinet komt dit jaar nog met een Actieagenda Auto, waarin de aanpak voor de invoering van 130 kilometer per uur wordt toegelicht. Tevens wordt er bekeken welke extra maatregelen nodig zijn om de trend van toenemende verkeersslachtoffers te keren.

    Het kabinet vindt het belangrijk dat de belastingen eerlijk verdeeld wordt over elektrische auto’s en brandstofauto’s. Zo blijft autorijden betaalbaar en wordt het gebruik van de elektrische auto ondersteund om de afgesproken klimaat- en energiedoelen te halen. In het eerste kwartaal van 2025 presenteert het kabinet een plan voor de herziening van de autobelastingen en het bijbehorende mobiliteitsbeleid.

    In de afgelopen jaren zijn er steeds meer elektrische vrachtwagens bijgekomen. Het is belangrijk dat er voldoende laadinfrastructuur beschikbaar is bij bedrijfsterreinen en op verzorgingsplaatsen om deze elektrische vrachtwagens te kunnen opladen. Het kabinet stimuleert de groei van laadinfrastructuur en kijkt naar hoe verzorgingsplaatsen verder kunnen worden aangepast om aan de toegenomen vraag te kunnen voldoen.

    Het kabinet vindt het belangrijk dat de binnensteden voor ondernemers en (publieke) dienstverleners bereikbaar blijven. Daarom wordt gekeken hoe het instellen van zero-emissiezones voor stadslogistiek kan worden uitgesteld, onder andere om uitzonderingen voor bijvoorbeeld ondernemers landelijk te regelen. Eind 2024 maakt het kabinet hierover afspraken met partijen en legt die vast in een nieuw convenant.

    Water

    Nederland moet zich beter voorbereiden op droge zomers, daarom wil het kabinet inzichtelijk maken waar waterbeschikbaarheid in warme zomers een probleem kan worden. Daarnaast wil het kabinet Nederland blijven beschermen tegen overstromingen. Eind 2025 worden nieuwe afspraken gemaakt over hoe de versterking van de dijken tijdig en voortvarend kan worden aangepakt. Ook lanceert het kabinet het hernieuwde programma Ruimte voor de Rivier, met maatregelen tegen het uitslijten van rivierbodems en voor het creëren van extra ruimte voor hoge rivierafvoeren.

    Leefomgeving

    Het kabinet wil de leefomgeving, en daarmee ook de gezondheid van de inwoners van Nederland, goed beschermen. In Europa wordt daarom gepleit voor strenge normen rond de uitstoot van schadelijke stoffen. Hiermee ontstaat ook een gelijk speelveld voor bedrijven. Nationaal maakt het kabinet afspraken en regelgeving voor bedrijven zodat onze lucht, bodem en water schoon en gezond blijven. Een stevig stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is hiervoor essentieel. Er wordt gewerkt aan de versterking van het VTH-stelsel milieu onder andere door de staatssecretaris meer instrumenten te geven om zijn stelselverantwoordelijkheid goed in te vullen. Daarvoor is een wetsvoorstel in de maak.

    Circulaire economie

    Circulaire maatregelen dragen bij aan de leveringszekerheid van grondstoffen. Het opnieuw gebruiken van spullen betekent immers dat je geen nieuwe grondstoffen nodig hebt. Het kabinet blijft, door middel van het Nationaal Programma Circulaire Economie, hierop inzetten. Bovendien biedt de circulaire economie kansen voor ondernemers. Het kabinet ondersteunt bestaande en nieuwe bedrijven. Tevens versterkt het kabinet de innovatiekracht van Nederland door in te zetten op circulair ontwerp, productie en businessmodellen.

    Bron afbeeldingen: Rijksoverheid.nl Martijn Beekman

    opwiemoetikstemmen.nl houdt bij wat de politieke partijen beloven, wat de politici zeggen en wat politiek Den Haag daadwerkelijk doet. Zodat jij weet op wie je moet stemmen.

    Reactie plaatsen

    Reacties

    Er zijn geen reacties geplaatst.